workshop
Ontdek het clavichord, de Perzische santoor en de kunst van het neoklassiek componeren
- Drie presentaties van 15-20 minuten in verschillende ruimtes
Een Piano Biënnale kan niet zonder een workshop annex presentatie. Vandaag geven daarom Matteo Mijderwijk, Pieter-Jan Belder en Rembrandt Frerichs inzicht in respectievelijk het neoklassiek componeren, het clavichord en de Perzische santoor. Rembrandt Frerichs sluit ook de avond af met een sfeervol late nightconcert.
meer info
Het clavichord wordt nu beschouwd als een voorloper van de piano, maar was in de zeventiende en achttiende eeuw naast het klavecimbel het belangrijkste toetsinstrument. Door de bescheiden omvang en de zachte klank was het instrument vooral voor huiskamergebruik. Pieter-Jan Belder kent het instrument, waarvoor onder anderen Carl Philipp Emanuel Bach werk schreef, als geen ander en geeft een heldere inleiding op het instrument dat hij zondag tijdens een soloconcert bespeelt.
Rembrandt Frerichs heeft een zwak voor bijzondere historische instrumenten. Zo stuitte de Nederlandse (jazz-)pianist ook op de Perzische santoor. Dit oudste nog bestaande toetsinstrument komt al voor in Assyrische en Babylonische afbeeldingen van zo’n zevenhonderd jaar voor Christus. Rembrandt Frerichs demonstreert de bijzondere klank en speelwijze van dit instrument dat wel iets weg heeft van de huidige cimbalom.
uitvoerenden
Pieter-Jan Belder clavichord
Rembrandt Frerichs Perzische santoor
Matteo Myderwyk neoklassiek componeren
Van Haydn tot Zappa
Marc-André Hamelin is een fenomeen. De Canadese pianist maakte aan het begin van dit millennium naam met zijn opname van de His complete Studies on Chopin’s Études van Leopold Godowsky en andere nagenoeg onspeelbaar geachte stukken. Zijn technische virtuositeit en diepgaande muzikale interpretatie heeft bewondering opgewekt bij zowel collega-pianisten als het publiek. Voeg daarbij zijn vrolijke uitstapjes zoals werken geschreven voor speelgoedpiano en het beeld van de pianist die graag buiten de lijntjes kleurt is compleet.
meer info
Ook vanavond komt Marc-André Hamelin met een opmerkelijk programma. Via Joseph Haydn, Frank Zappa en Stefan Wolpe komt hij uit bij het even virtuoze als merkwaardige TIP van John Oswald. Het in 2021 voor Hamelin voltooide werk is een caleidoscoop van zoete invallen die alle op een of andere manier de vele betekenissen van het Engelse ‘tip’ uitdrukken (tip of the tongue, tip of the iceberg, dat soort zaken).
Na de pauze doet Hamelin Rusland aan met het werk van de tijdgenoten Nicolai Medtner en Sergei Rachmaninov. Twee geheel verschillende componisten die dezelfde wortels delen. Waar Rachmaninoff Rusland vanwege de revolutie de rug toekeerde bleef Medtner zijn vaderland trouw. Zijn belang voor de Russische pianomuziek wordt pas de laatste decennia mede dankzij Marc-André Hamelin (h)erkend.
programma
Haydn Sonata in D major Hob.XVI:37
Zappa Ruth Is Sleeping
Wolpe Passacaglia
Oswald TIP
--pauze--
Medtner Improvisation in B flat minor (in variation form) op.31 no.1
Medtner Danza festiva, op. 38 no.3
Rachmaninoff Etude-Tableau op.39 no.5
Rachmaninoff 2nd sonata, op. 36 (1931 version)
Late Night: Rembrandt Frerichs
Rembrandt Frerichs sluit deze dag af met een heus soloconcert. Doorgaans speelt hij met zijn trio al dan niet aangevuld met musici uit andere windstreken, maar nu is hij geheel op zichzelf aangewezen. Zijn vertrekpunt zijn de zo gewaardeerde jazzstandards, waar hij uitkomt hangt van de inspiratie van het moment af.
meer info
‘Er is niets opwindender dan het transformeren van muzikale tradities van eeuwen naar één enkel punt in de tijd: het improviserende nu.’ Het zijn woorden van Rembrandt Frerichs op zijn website. Het maakt de Nederlander tot een even typische als atypische jazzpianist. Frerichs kent zijn jazzklassiekers, maar laat zich net zo makkelijk inspireren door de klassieke muziektraditie en andere culturen, zoals de Arabische.
Zoals hij ook laat blijken door zijn belangstelling voor de Perzische santoor, heeft Rembrandt Frerichs een zwak voor de muziek uit het Midden-Oosten. Niet alleen de rijke toontaal en het improviserende karakter spreken hem aan, maar vooral ook de verfijnde ritmische structuren en complexe samengestelde maatsoorten. Deze muziek zit zo in zijn systeem dat elementen daarvan ook opduiken als hij ‘gewoon’ jazzstandards speelt.